Drie jaar geleden schreef ik over de prijsverschillen tussen verschillende groepen podiumartiesten. Daaruit bleek dat cabaretiers doorgaans een hoger uurtarief vragen dan DJ’s en dat een goochelaar per uur gemiddeld goedkoper is dan een jongleur. Inmiddels zijn de (bijna) drie jaar verder en leek het mij interessant om hetzelfde onderzoekje nog een keer te herhalen. In de afgelopen jaren is alles immers duurder geworden, dus ook het boeken van een artiest. In deze blog laat ik zien hoe de prijzen voor verschillende groepen artiesten zijn veranderd.
Meeste artiesten flink duurder, maar niet allemaal
Door de tarieven van 500 verschillende acts te vergelijken met de tarieven van 500 acts in 2021 bleek dat artiesten gemiddeld 26% meer vragen voor hun werk dan drie jaar geleden. Ter vergelijking: de gemiddelde prijsstijging van goederen en diensten in de economie over de afgelopen drie jaar is 17% (bron: CBS).
Als je wat meer inzoomt op de verschillende categorieën dan blijkt dat er tussen groepen artiesten grote verschillen zijn in prijsontwikkeling. Vooral zangers (+82%), presentatoren (+163) en goochelaars (+45%) hebben er een flinke schep bovenop gedaan. Er zijn twee groepen artiesten die minder zijn gaan vragen: pianisten (-9%) en DJ’s (-15%). Verderop in deze tekst zal ik proberen te duiden waarom dat zo is.
Net als drie jaar geleden zijn clowns / ballonartiesten nog steeds het goedkoopst: zij vragen gemiddeld 215 euro per uur. In mijn vorige blog over dit onderwerp schreef ik al dat clowns last hebben van een imagoprobleem. Dat is waarschijnlijk nog steeds zo. Daarbij zijn de budgetten voor kinderentertainment doorgaans wat lager dan budgetten voor volwassen. Desondanks vragen clowns nu toch 25% meer dan in 2021.
Acrobaten zijn – zowel relatief als in absolute zin – nog steeds de duurste podiumartiesten om te boeken. Met een gemiddelde prijsstijging van 12% zijn ze naar verhouding wel iets goedkoper dan in 2021 (de inflatie was immers 17%). De op één na duurste groep artiesten – cabaretiers- is wél aanzienlijk meer gaan vragen: gemiddeld 27% meer.
Het pandemie-effect
In mei 2021 – bij de eerste meting – zaten we nog midden in de coronacrisis. Veel artiesten hadden een zwaar jaar achter de rug. Wat niemand wist is dat er nog een zwaarder jaar zou volgen. In dat jaar hebben veel professionele artiesten besloten om ander werk te zoeken. Toen in 2022 de coronacrisis tot een einde kwam zag je hetzelfde als in de horeca: de vraag steeg enorm, terwijl het aanbod flink geslonken was. Dit lijkt, al met al, de meest logische verklaring voor de prijsontwikkeling in het algemeen.
Toch zie je niet direct een samenhang tussen aanbod en prijs. Op het platform waar ik de tarieven van alle acts in de steekproef heb opgezocht bleek dat er drie keer zoveel ‘Typetjes’ en pianisten zijn als drie jaar geleden. Toch zijn de typetjes gemiddeld meer gaan vragen dan pianisten. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat gekeken wordt naar acts en niet naar individuele artiesten. Één artiest kan immers verschillende typetjes aanbieden, terwijl pianisten vaak maar één act aanbieden. Als dat zo is dan is de reële concurrentie onder pianisten groter dan die onder ‘typetjes’.*
DJ’s leggen het af tegen livemuziek
Ook opvallend is dat er minder Dj’s lijken te zijn en dat de DJ’s die nu actief zijn in de markt ook lagere tarieven rekenen. De vraag naar DJ’s lijkt ook iets minder groot. Dit valt af te lijden uit de afname in prijsverschillen tussen deze acts: de tarieven van DJ’s varieerden in 2021 met gemiddeld €351 per uur. In 2024 was dit nog maar €183. Nu denk ik dat dit een groep artiesten is die sowieso nogal fluctueert in aanbod. Je hebt in dit segment inmiddels heel wat amateur en semi-professionals die in het weekend bijklussen.
Live-muziek (in de vorm van zangers en zangeressen) is daarentegen weer wat populairder. In deze categorie is zowel het gemiddelde uurtarief als het gemiddelde prijsverschil toegenomen. Het totale aantal acts in deze categorie is licht afgenomen (-10%). Per uur betaal je in 2024 overigens gemiddeld 731 euro voor een zanger of zangeres op je feestje.
Goochelaars: semi-professionals zijn duurder dan professionals
Bij goochelaars is de afname in het aanbod nóg groter: maar liefst 30%. Nu ben ik zelf goochelaar en het goochelwereldje is klein. Ik denk dat ik meer dan de helft van de goochelaars die er echt van leven persoonlijk ken. In deze branche is sinds 2022 iets geks gebeurt: semi-professionals zijn namelijk méér gaan vragen dan goochelaars die hun inkomen volledig halen uit hun optredens.
Deze paradox is een direct effect van de nasleep van de coronacrisis. In de pandemie-jaren zijn een hoop uitstekende beroepsgoochelaars gestopt met goochelen. Veel van hen hebben een andere baan gezocht en paar oudgedienden zijn met pensioen gegaan. Van deze groep uitstappers zijn er maar een paar die na de pandemie weer fulltime zijn gaan goochelen. De rest klust vaak nog wel bij, maar wil dan liefst de krenten uit de pap: doordeweeks werken ze immers al. Wil je hen in het weekend van de bank halen, dan zul je daar flink voor moeten dokken. Als gevolg is het aantal goochelacts waar je meer dan €1000 voor moet betalen verdubbeld ten opzichte van 2021.
Het zou mij niet verbazen dit effect ook terug te vinden is bij cabaretiers en acrobaten. Ook bij deze groepen zie je een minder groot aanbod, een stijging in de uurtarieven en een stijging in het gemiddelde onderlinge prijsverschil. Mijn voorspelling is dat dit fenomeen tijdelijk zal zijn. Er zullen de komende jaren weer wat fulltime pro’s bij komen en een deel van de semi-professionals zal tot de ontdekking komen dat ze zich uit de markt hebben geprijsd.
Presentatoren en dagvoorzitters vragen de hoofdprijs
Tot slot is er nog één groep die opvalt en dat zijn de presentatoren. De uurtarieven in deze groep zijn het meest toegenomen van allemaal (gemiddeld met 163%). Daar moet bij worden gezegd dat dit ook de groep is met de grootste prijsverschillen. Aan de ene kant heb je onbekende semi-professionals die je voor 100 euro per uur kunt inschakelen, aan de andere kant zijn er BN’ers die duizenden euro’s vragen. Deze enorme stijging zou ik daarom toeschrijven aan de relatief kleine steekproef. In werkelijkheid zullen de tarieven inderdaad flink zijn gestegen, maar het is nog steeds mogelijk om een goede en betaalbare presentator te vinden.
Too long, didn’t read
- Artiesten zijn – ook als je corrigeert voor inflatie – flink duurder geworden.
- Bij pianisten en DJ’s haal je voordeliger talent in huis dan bij andere podiumartiesten in andere categorieën. Pianinsten en DJ’s zijn gemiddeld goedkoper geworden en de onderlinge concurrentie is groter.
- Heb je nog een rib in je lijf over? Boek dan een cabaretier of een acrobaat!
- Vraag bij een boeking na of iemand fulltime als artiest werkt. Niet alleen zijn deze artiesten het meest up-to-date, ze zijn meestal óók nog goedkoper dan de bijklussers.
- In de categorie: ‘presentators en dagvoorzitters’ geldt het adagio: ‘wat de gek er voor geeft’ het meest.
Over de cijfers
Voor de lezers die geïnteresseerd zijn in methodiek: voor deze blog heb ik de prijzen opgezocht voor 500 willekeurig gekozen acts in tien categorieën op het boekingsplatform ShowBird. Omdat BN’ers heel andere (lees: hogere) tarieven vragen zijn deze artiesten buiten beschouwing gelaten. Deze tarieven zijn inclusief een bemiddelingsfee van 10% maar exclusief reiskosten en BTW. Om tot een uurtarief te komen zijn de kosten voor elke act gedeeld door de absolute duur en het aantal betrokken artiesten.
Disclaimer: ik ben geen wetenschapper. Hoewel de cijfers een aardige indicatie geven van de ontwikkelingen in de artiestenbranche adviseer ik de nodige slagen om de arm te houden bij het interpreteren van deze statistieken.
*Dat de aanbod hier groter is dan de vraag lijkt ook voort te vloeien uit het feit dat de onderlinge prijsverschillen bij pianisten half zo groot zijn als bij ‘typetjes’.