Een terugkerend onderdeel bij zakelijke congressen en evenementen is de paneldiscussie. Tijdens dit programmaonderdeel discussiëren een aantal experts (vaak een stuk of vier) over een relevant onderwerp. Een moderator of presentator leidt dit gesprek en zorgt er voor dat men zich aan het onderwerp houdt en dat elke panellist even veel spreektijd krijgt.
Als congres-artiest ben ik regelmatig getuige van paneldiscussies – ik heb zelfs een paar keer mee mogen discussiëren als ‘expert’. Wat mij opvalt is dat deze panels het zelden schoppen tot het hoogtepunt van zo’n congres. In het beste geval kan elke expert kort zijn zegje doen over het onderwerp; in het slechtste geval (en dit gebeurt vaker dan je zou denken) ontaard de discussie in een chaotische bende waarbij panellisten opstandig door elkaar heen praten.
Dat wil niet zeggen dat een paneldiscussie gegarandeerd in een ramp ontaard. Soms levert dit format juist veel stof tot nadenken en inspiratie op. In deze blog vraag ik mij daarom de volgende dingen af: waarom lopen die paneldiscussies zo vaak in de soep? Waarom zijn deze discussies desondanks zo populair? En: wat zou je kunnen doen om een paneldiscussie beter tot zijn recht te laten komen?
Een casestudy
In 2018 werd ik uitgenodigd om deel te nemen aan een paneldiscussie bij een relatief klein congres voor kunstenaars. Hoewel dit programmaonderdeel er op papier erg indrukwekkend uitzag – er zouden drie vooraanstaande hoogleraren en drie prestigieuze kunstenaars aan deelnemen – was de uitvoering ervan een nietszeggende vertoning. Sterker nog: ik denk dat je achteraf kunt stellen dat álles wat je bij een paneldiscussie fout kunt doen bij deze discussie ook fout gíng.
Het begon al bij de opstelling. De zaal was op een circusachtige manier ingericht: in het midden van de zaal stond een klein rond podium waar het publiek aan alle kanten om heen zat. Op dit podium stonden zeven barkrukken in een cirkel. Hier moesten de panellisten op plaats nemen. Door deze opstelling zat je als toeschouwer gegarandeerd tegen de rug van minstens twee panellisten aan te kijken, die op hun beurt het zicht op hun mede-sprekers belemmerden.
Voor de discussie stond 45 minuten ingepland. Het laat zich raden dat je met zes sprekers dan waarschijnlijk aan de krappe kant zit. Alleen het voorstellen van de experts kostte al ruim twintig minuten. Zelfs als je dit voorstelrondje met tien minuten was ingekort had je nog steeds maar vijf minuten spreektijd per panellist.
Maar… zelfs als elke spreker twee keer zo lang aan het woord had mogen komen was er nog steeds weinig kans geweest op een zinnige discussie. De expertise van de panellisten lag immers zo ver uit elkaar (Goochelen, Artificial Intelligence, Architectuur, etc.) en het onderwerp was zo vaag gedefinieerd (‘Kijken’) dat de discussie uiteindelijk vooral ging over de vraag: ‘Wat hebben deze sprekers met elkaar gemeen’. Dat bleek vrij weinig te zijn.
Tot slot moest ik achteraf ook concluderen dat de moderator het allemaal niet veel beter maakte. De dame was weliswaar vriendelijk en goed geïnformeerd, maar wist het gesprek absoluut niet in goede banen te leiden. Er werden weinig slimme vragen gesteld en mensen die te lang doorspraken werden niet afgekapt. Uiteindelijk raakte ze de regie volledig kwijt toen twee kunstenaars met elkaar in conflict raakten.
Kortom: deze paneldiscussie was een zootje. Het liep zodanig in het honderd dat ik te doen had met het publiek die de kaartjes voor dit festival uit eigen zak hadden moeten betalen (na ons panel kwam nog een tweede panel met alléén maar kunstenaars). Het ergste van dit alles is dat de programmeur een aantal van de genoemde knelpunten gewoon had kunnen voorzien – denk bijvoorbeeld aan het aantal sprekers.
Waarom dan toch een paneldiscussie?
Hoewel ik zelf slechts bij een paar congressen heb meegewerkt als organisator en alleen maar kan speculeren over de motieven van programmamakers bij dit soort evenementen denk ik dat er toch een paar voordehandliggende redenen zijn waarom paneldiscussies zo’n populair programma-element zijn.
Ten eerste is een paneldiscussie vaak een slimme oplossing als je nog een gaatje in je programma hebt. De sprekers zijn immers toch al bij het evenement aanwezig en kunnen dus net zo makkelijk nog een uurtje extra op dat podium zitten. Een gat opvullen is natuurlijk niet het hoofddoel van een programmeur, maar als de gelegenheid zich voordoet kan een panel een praktische oplossing vormen.
Ook qua podiumbeeld heeft een paneldiscussie een opvallend voordeel. Bij de meeste lezingen en presentaties is er steeds één persoon die op het podium staat. Dit levert vaak een zeer eenzijdig beeld op. Een paneldiscussie levert een heel ander plaatje op en kan dus voor zeer welkome afwisseling zorgen. Ook het gebrek aan PowerPoint kan een fijne verandering zijn.
Tot slot kan een paneldiscussie – als er een duidelijk thema gedefinieerd is – wel degelijk tot een interessant gesprek leiden. Met verschillende experts op het podium kun je immers op een boeiende manier de variatie in opvattingen over een bepaald onderwerp laten zien. Als programmamaker moet je dan wel even goed nadenken over hoe deze discussie wordt vormgegeven.
Hoe je een effectieve paneldiscussie kunt voeren
Het is dus niet nodig om ‘het panel’ als concept in zijn geheel af te schrijven, maar als je een paneldiscussie gaat organiseren dan is het wel handig om een paar dingen in je achterhoofd te houden. Vanuit mijn perspectief als podiumartiest zou ik de volgende adviezen willen geven:
Less is more
Hoe minder sprekers, hoe beter. Met elke panellist die je toevoegt verminder je de spreektijd van de andere deelnemers. Bovendien verlies je op die manier een hoop nuance in de discussie en loop je meer risico op chaos. Ook belangrijk: hoe meer de sprekers op elkaar lijken, hoe zinniger de discussie zal zijn.
Definieer het onderwerp zo precies mogelijk
In plaats van in het wilde weg een gespreksonderwerp te lanceren in de hoop dat de panellisten hier zelf een mooie gesprek van bakken ben je er meer bij gebaat om een duidelijke stelling te poneren of door elke spreker dezelfde vraag te stellen. Hiermee baken je de discussie op een heldere manier af.
Zorg voor een ervaren moderator
De moderator kan een discussie maken of breken. Een goede moderator geeft duidelijkheid over spelregels, luistert goed naar wat panellisten zeggen, denkt actief mee in de discussie en is niet bang om mensen af te kappen. Niet elke presentator heeft hier ervaring mee en daarom loont het de moeite om bij het kiezen van een gespreksleider niet over een nacht ijs te gaan.
Let op de tijd
Een paneldiscussie vraagt meer concentratie van haar toeschouwers dan een lezing of speech. Er gebeurt immers meer op het podium en er lopen vaak meerdere verhaallijntjes door elkaar. Dit leidt ertoe dat het voor een gemiddelde toeschouwer meer energie en concentratie kost om zo’n discussie te volgen. Het is daarom raadzaam om een paneldiscussie nooit langer dan een uur te laten duren. Liefst nog iets korter.
Conclusie
Een goede paneldiscussie zet je niet zomaar even neer en het is belangrijk om strategisch te zijn bij het kiezen van het onderwerp, de sprekers en de gespreksleider. Maar… wanneer je als programmamaker je huiswerk op orde hebt heb je in potentie een krachtig onderdeel op je congres.
Zoek je nog een presentator met een verrassende en vermakelijke stijl? Kijk dan hier voor mijn aanbod.